Meerijden met bestuurder zonder rijbewijs

Je stapt als passagier in bij een bestuurder waarvan je weet dat hij geen rijbewijs heeft. De bestuurder veroorzaakt een ongeval en je loopt als passagier letsel op. Krijg je je volledige letselschade vergoed?

Casus

Een vrouw stapt bij haar vriendin in de auto waarvan zij wist dat deze vriendin geen rijbewijs had. De vriendin veroorzaakt een ongeval. De passagiere liep ernstig letsel op o.a. breuk in de kaak en rib, hersenschudding, longkneuzing en een beschadiging van de halsslagader.

Zij heeft de verzekeraar van de auto aansprakelijk gesteld en vordert 100% van haar schade. De verzekeraar stelt zich op het standpunt  dat er sprake is van eigen schuld. De vrouw had nl. bewust het risico genomen om mee te rijden met iemand zonder rijbewijs.

Recht op schadevergoeding letsel van de passagier

Een passagier heeft altijd recht op schadevergoeding wanneer hij/zij letsel oploopt door een auto ongeluk. De WA verzekering van de auto waarin hij/zij inzat dekt de letselschade.  Mogelijk is het ongeval veroorzaakt door iemand anders dan is deze aansprakelijk voor uw letselschade.

Als er discussie is over de aansprakelijkheid tussen de bestuurder waarde passagier inzat en een ander motorrijtuig dan kan de passagier een beroep doen op de schuldloze derde regeling. De verzekeraar van de bestuurder zal dan de schade van de passagier toch regelen en eventueel verhalen op de uiteindelijk aan te wijzen aansprakelijke.

Uitzonderingen op deze regeling

  • De passagier is bewust meegereden met een dronken bestuurder
  • De passagier heeft geen gordel gedragen en is dan deels schuldig aan de ernst van de verwondingen
  • De passagier stapt in bij een bestuurder die geen rijbewijs heeft.

Veelal vindt er dan een korting van 50% plaats op de letselschadevergoeding.

Terug naar de casus

Op basis van het bovenstaande zou de vrouw [als passagier] niet haar volledige letselschade vergoed krijgen. De rechter heeft in deze kwestie echter anders beslist.

De rechter is van mening dat het de passagier te verwijten valt dat zij haar vriendin toch liet rijden. Aangenomen mag worden dat het ontbreken van het rijbewijs tot op zekere hoogte heeft bijgedragen aan het ongeval. In welke mate de onervarenheid heeft bijgedragen aan het ongeval staat echter niet vast.

Volgens de rechter is niet aangetoond dat er roekeloos of zelfs onvoorzichtig is gereden. Bovendien vinden op de betreffende dijk in Culemborg vaker eenzijdige ongevallen plaats. Volgens de rechter kan de bijdrage van de bijrijder in de mate van schuld op niet meer dan 10% worden gesteld.

Conclusie

Uit de uitspraak blijkt dat het feit dat je meerijdt met een bestuurder zonder rijbewijs niet automatisch betekent dat je niet je volledige schade vergoed krijgt. Er moet ook worden gekeken naar de causaliteit. In dit geval;

Heeft de onervarenheid van de bestuurster daadwerkelijk aan het ongeval bijgedragen?

Dit kan niet bevestigd worden. Waarna de rechter komt tot een eigen schuld van 10%  voor de passagier en dus schadevergoedingsplicht voor de verzekeraar van 90%. Vanwege de ernst van het letsel is dit opgehoogd tot 100%. De passagier krijgt dus haar volledige schade vergoed.

Dit artikel is gepubliceerd in De Uitstraling Oisterwijk, september 2019

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Joyride: Interpolis moet volledige letselschade bijrijder vergoeden

Een vrouw stapt bij haar vriendin in de auto waarvan zij wist dat deze vriendin geen rijbewijs had. De autorit eindigde via een boom in een sloot. De bijrijder liep ernstig letsel op o.a. breuk in de kaak en rib, hersenschudding, longkneuzing en een beschadiging van de halsslagader.

Zij heeft Interpolis als WAM verzekeraar van de auto aansprakelijk gesteld en vordert 100% van haar schade. Interpolis stelt zich op het standpunt  dat er sprake is van eigen schuld aan de zijde van de bijrijder. Zij had nl. bewust het risico genomen om mee te rijden met iemand zonder rijbewijs. De bijrijder had zelf wel een rijbewijs.

De rechter is van mening dat het de bijrijder te verwijten valt dat zij haar vriendin toch liet rijden. Aangenomen mag worden dat het ontbreken van het rijbewijs tot op zekere hoogte  heeft bijgedragen aan het ongeval. In welke mate de onervarenheid heeft bijgedragen aan het ongeval staat echter niet vast. Volgens de rechter is niet aangetoond dat er roekeloos of zelfs onvoorzichtig is gereden.  Bovendien vinden op de betreffende dijk in Culemborg vaker eenzijdige ongevallen plaats. Volgens de rechter kan de bijdrage van de bijrijder in de mate van schuld op niet meer dan 10% worden gesteld.

Het gaat hier om een door een WAM verzekering gedekte schade en ernstig letsel. De billijkheid eist daarom dat Interpolis 100% moet betalen, aldus de rechter.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Ziekenhuis gebruikt een gebrekkige zaak bij een oogoperatie waardoor letsel ontstaat. Is het ziekenhuis aansprakelijk?

Casus

In 1992 werd een patiënt geopereerd in het toenmalige Radboud UMC aan zijn rechteroog wegens loslating van het netvlies. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Miragelplombe. Dit is een soort kussentje ter afdichting van de netvliesscheur. Al in 1993 kreeg de patiënt opnieuw klachten aan zijn oog en heeft lange tijd last gehad. Meerder operaties waren noodzakelijk.

Ongeschikt hulpmiddel

Tijdens de nieuwe operaties in 2006 [14 jaar na de eerste operatie!]  bleek dat de Miragelplombe te zijn gezwollen en brak bij de verwijdering, met schade als gevolg.

In 2012 oordeelde de rechtbank dat de Miragelplombe ongeschikt was. Bij 10% van de patiënten treden complicaties op. Bij een deel van de patiënten verandert de Miragelplombe van chemische samenstelling, zwelt en breekt.

Overigens had de fabrikant van  de Miragelplombe de productie al in 1995 gestaakt. De redenen hiervoor zijn niet bekend.

Is het ziekenhuis aansprakelijk?

De hoofdregel is dat de behandelend arts of het ziekenhuis aansprakelijk is voor de ontstane schade als er ongeschikte medische hulpzaken worden gebruikt. Als echter de arts of het ziekenhuis stelt en kan bewijzen dat dit in het specifieke geval onredelijk zou zijn wordt het de arts of ziekenhuis niet toegerekend.

In afwijking van de hoofdregel wordt veelal aangenomen door rechters dat toerekening aan artsen of ziekenhuizen in beginsel onredelijk is.

Rechtbank

De rechtbank oordeelt dat het ziekenhuis niet aansprakelijk is omdat de aansprakelijkheid van de producent zou afstuiten wegens een beroep op het ontwikkelingsrisico. Ook was destijds  het gebruikelijk om dit type plombes te gebruiken en te verkiezen boven andere typen plombes. Het ziekenhuis was destijds niet op de hoogte van het feit dat deze plombe ongeschikt was.

De patiënt gaat in hoger beroep bij het Hof.

Hof

Het Hof rekent het gebruik van de ongeschikte Miragelplombe wel toe aan het ziekenhuis met o.a. de volgende argumenten:

  • de patiënt zou de producent van de Miragelplombe kunnen aanspraken maar die vordering is verjaard;
  • er waren destijds meerdere [andere] operaties mogelijk naast het gebruik van de Miragelplombe maar de patiënt heeft op geen enkele wijze invloed kunnen uitoefenen op de keuze;
  • er is sprake van een aanzienlijke letselschade, het Radboud UMC is hiervoor verzekerd. De patiënt heeft juist geen [dekkende] verzekering voor zijn schade.

Het Hof oordeelt dus [in november 2018!] dat toerekening aan het ziekenhuis niet onredelijk is, ook al kon het ziekenhuis in 1992 niet bekend zijn met de ongeschiktheid van de Miragelplombe.

Conclusie

De enkele onwetendheid over het gebrek van een hulpmiddel is dus niet langer voldoende  voor een uitzondering op toerekening aan het ziekenhuis.

De patiënt kan rechtstreeks de schade op het ziekenhuis verhalen en hoeft niet de weg naar de producent te bewandelen. Het ziekenhuis kan altijd trachten als afnemer van de hulpmiddelen regres te halen bij de producent.

In ieder geval is deze uitspraak een doorbraak  voor slachtoffers van een gebrekkige medische hulpzaak zoals o.a. PIP implantaten e.d.

Het ziekenhuis zal nog in cassatie gaan van deze uitspraak van het Hof. Het is dus wachten op het oordeel van ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad.

Dit artikel is gepubliceerd in “De Uitstraling”, maart 2019.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Wet Affectieschade

Vanaf 1 januari 2019 hebben we eindelijk de Wet Affectieschade. Wat betekent dit voor naasten en nabestaanden van slachtoffers?

Het wetsvoorstel affectieschade maakt het mogelijk dat naasten en nabestaanden van slachtoffers van ongevallen, medische fouten  en misdrijven, onder bepaalde voorwaarden, ook een recht hebben op smartengeld, de zgn. affectieschade. Tot nu toe had het slachtoffer zelf alleen recht op smartengeld.

De vergoeding voor smartengeld kan het verdriet niet wegnemen maar nabestaanden krijgen thans wel erkenning en dit helpt weer voor de verwerking. Er was dan ook een grote behoefte aan deze wet.

Historie

De ANWB, Fonds slachtofferhulp, slachtofferhulp Nederland en de Vereniging van Letselschadeadvocaten [LSA] hebben zich jaren  ingezet voor deze wet. Sinds 2003 loopt er al een parlementaire discussie over affectieschade. In 2010 zijn voorstellen gedaan maar gesneuveld in de Eerste kamer. Met name was men bang voor een claimcultuur.

Pas nu, in 2019, bestaat er een tegemoetkoming voor nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig letsel.

Buitenland

Al jaren is behoefte aan een dergelijke wet. In bijna alle Europese landen is smartengeld voor nabestaanden [zogenaamde affectieschade] mogelijk. Op Europees niveau is er dus duidelijk een voorkeur voor toekenning van smartengeld aan nabestaanden. Alleen Duitsland en Nederland liepen nog achter.

Echter in Duitsland is de wet affectieschade al binnen 5 maanden aangenomen [in 2016]. Mede vanwege de vliegramp met Lufthansa [2015] raakte het in ons buurland in een stroomversnelling. Overigens had Lufthansa de nabestaanden wel een smartengeld toegekend, zonder juridische verplichting.

De verschillen met het buitenland werden helaas ook pijnlijk duidelijk na de vliegramp met de MH17. Buitenlandse nabestaanden hadden vaak wel recht op vergoeding, de Nederlandse nabestaanden niet.

Wie hebben er recht op smartengeld?

Dit zijn  echtgenoten, levenspartners, ouders en kinderen van slachtoffers die zijn overleden dan wel ernstig letsel hebben opgelopen. Ook andere personen kunnen onder omstandigheden een beroep doen op vergoeding als zij in een nauwe affectieve relatie tot de gewonde of overledene staan. Zij moeten dit wel aantonen. Bijvoorbeeld een langdurige en hechte LAT relatie.

Het moet gaan om ongevallen waarvoor een derde aansprakelijk is. Ook misdrijven en medische fouten vallen onder deze wet.

De bedragen

De schadebedragen zijn symbolisch en  moeten gezien worden als een tegemoetkoming. Een compensatie voor het gemis van een naaste of overlijden van een naaste blijft namelijk onbetaalbaar.

De bedragen variëren tussen de € 12.500,= en € 20.000,=.

Affectieschade bij ernstig letsel

Het letsel is uitgangspunt voor de vaststelling van de bedragen, niet het verdriet van de  naaste. Het moet gaan om uitzonderlijk ernstig letsel. Hiervan is sprake  bij een functiestoornis van 70%. Toch kan men ook mogelijk bij een lager percentage in aanmerking komen voor een vergoeding. De rechter heeft enige beoordelingsvrijheid.

Is er thans sprake van een claimcultuur?

Gelet op de voorwaarden, waaronder de hoogte van de bedragen en de beperkte kring van gerechtigden, is er geen sprake van een claimcultuur. De wetgever heeft juist met bovenstaande  beperkingen in de kring van gerechtigden en vastgestelde bedragen beoogd om zoveel mogelijk discussie over de aanspraak te voorkomen.

Conclusie

In ieder geval nu na lange tijd erkenning voor naasten en nabestaanden. Of er nog juridische discussies zullen volgen in de individuele zaken zal nog moeten blijken. Te denken valt wel aan een discussie over de mate van het [ernstige] letsel en het aantonen van een affectieve relatie van anderen dan levenspartner, ouders en  kinderen.

De wet kent overigens geen terugwerkende kracht en geldt dus alleen voor ongevallen, misdrijven en medische fouten die plaatsvinden op of na  1 januari 2019.

Dit artikel is gepubliceerd in “De Uitstraling”, februari 2019.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte