Heftruckongevallen en aansprakelijkheid werkgever

Zeer recent [17 juni jl.] is een Hema werknemer overleden ten gevolge van een heftruckongeval. De werknemer stond op een hoogwerker te werken toen hij werd aangereden door een heftruck. De hoogwerker viel om en de man overleed ter plekke. De arbeidsinspectie en het bedrijf zijn een onderzoek gestart.

In praktisch elk distributiecentrum wordt gebruik gemaakt van heftrucks voor het verplaatsen van goederen. Er zijn algemene eisen voor onderhoud, keuring, wijze van gebruik etc. Toch vinden er vaak ongevallen plaats, helaas ook met dodelijke afloop. Jaarlijks gebeuren er ongeveer 1700 incidenten met een heftruck [bron: HeftruckNederland].

Rijvaardigheid heftruckchauffeur

Bij veel heftruck ongevallen laat de rijvaardigheid te wensen over. Er zal eerst een opleiding gegeven moeten worden en instructies. Helaas zijn er nog steeds bedrijven die hier niet aan voldoen. Nu de economie aantrekt en er meer personeel nodig is wordt er door werkgevers minder zorgvuldig omgesprongen met de vereisten [ o.a. heftruckdiploma + herhalingsopleidingen].

Is de werkgever aansprakelijk?

Als er een bedrijfsongeval plaats vindt hoeft de getroffen werknemer slechts te stellen dat hij letsel heeft opgelopen in de uitvoering van zijn werk. De werkgever moet vervolgens bewijzen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan.

Zorgplicht

De wettelijke zorgplicht stelt hoge eisen aan de werkgever. De werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving:

  • is de heftruckchauffeur voldoende opgeleid?
  • zijn de heftrucks uitgerust met voldoende veiligheidsvoorzieningen?
  • is in het magazijn de scheiding tussen voetgangers en heftrucks voldoende?
  • is de heftruck voldoende onderhouden?
  • hebben de magazijnmedewerkers veiligheidsschoenen aan?
  • is er een verkeersreglement?

Etc.

De werkgever moet aldus een groot aantal voorzorgsmaatregelen treffen om een veilige omgeving te creëren. Daarnaast moet zij toezicht houden en regelmatig instrueren. Pas als de werkgever kan bewijzen aan deze uitgebreide zorgplicht te hebben voldaan is zij niet aansprakelijk. In de praktijk is een werkgever echter vrij snel aansprakelijk voor het ontstaan van ongevallen. Alleen het treffen van veiligheidsmaatregelen en instructie is niet voldoende. De werkgever moet zeer alert zijn op de naleving van de maatregelen en [dagelijks] blijven instrueren.

De werkgever is echter niet aansprakelijk als zij aan kan tonen dat de schade met of door de heftruck is ontstaan door opzet of roekeloos gedrag van de werknemer.

Uitspraak Rechtbank Midden Nederland 14 juni 2017

Op 18 juni 2014 heeft een werknemer een ongeval gehad waarbij hij zijn linker onderbeen en voet heeft verbrijzeld. De werknemer heeft gelijktijdig met een pompwagen de laatste twee beladen pallets verplaatst naar de rand van het perron, deze vielen door instabiliteit om op de been/voet van de werknemer. De werkgever geeft aan dat zelfs een kind kan bedenken dat het gevaarlijk is om gestapelde pallets te vervoeren.

De rechter geeft echter aan dat de werkgever haar werknemers duidelijk moet instrueren om pallets niet gestapeld te vervoeren of zelfs moet verbieden deze gestapeld te vervoeren. De instructies moeten ook herhaald worden en de werkgever moet erop toezien dat deze instructies ook nageleefd worden. De werkgever geeft nog aan dat de betreffende werknemer deskundig is. Echter dan nog moeten ook bij deze deskundige werknemer de instructies herhaald worden, aldus de rechter. De werkgever kan niet bewijzen dat hij de instructies heeft gegeven. De werkgever is aansprakelijk en moet de schade voldoen.

Conclusie

Het is vaak niet alleen de heftruckchauffeur die risico loopt maar ook andere magazijnmedewerkers. Het is daarom belangrijk dat de bestuurder in staat moet zijn om de heftruck veilig te kunnen bedienen, maar ook het magazijn moet veilig ingericht worden. Werkgevers moeten hun werknemers bewust maken van de veiligheidsrisico’s die er zijn. Daarnaast is het van belang om herhaaldelijk te instrueren en veel te controleren, ten einde een ongeval te voorkomen.

Dit artikel is gepubliceerd in “De Uitstraling”, juni 2017.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

De opstelling van verzekeraars bij de afwikkeling van letselschade is verhard

Op 14 april 2017 heeft de TV uitzending EenVandaag aandacht besteed aan de opstelling van verzekeraars bij afwikkeling van letselschade. Steeds meer claims worden afgewezen en de afwikkeling van dossiers wordt getraineerd. Blijkbaar varen verzekeraars een andere koers waarvan slachtoffers de dupe worden.

Het leven van een slachtoffer staat vaak op zijn kop na een ongeval, zeker als er sprake is van ernstig letsel. Helaas lijkt het erop dat ze voor de tweede keer slachtoffer worden bij de afwikkeling van hun letselschade. Verzekeraars wijzen steeds meer claims af. Zij erkennen geen aansprakelijkheid of bestrijden steeds feller [de hoogte van] de schade. Het slachtoffer zonder juridische bijstand is praktisch machteloos tegen een verzekeraar.

Veel slachtoffers hebben het gevoel niet serieus genomen te worden. Ook zou de verzekeraar het slachtoffer ‘procedure moe’ maken zodat er eerder geschikt kan worden.

Oorzaak opstelling verzekeraars

Stijging advocaatkosten?
De verharding zou komen door een verhoging van de advocaatkosten. Een onderbouwing hiervan is er niet. Het is dan ook maar de vraag of er wel een stijging is en zo ja waardoor dat dan wordt veroorzaakt. Dit kan inflatie zijn maar juist ook de halsstarrige houding van de verzekeraars die meer werk voor de letselschadeadvocaat meebrengt.

Reorganisaties verzekeraars
Er zijn vele reorganisaties bij verzekeraars en hierdoor ook wisseling van schadebehandelaars. Veel ervaren behandelaars, die schade voorspoedig en deskundig konden regelen, zijn verdwenen. Vaak wordt geleden en nog te lijden schade niet meer in goed overleg geregeld maar is het eerder een ‘vechtpartij’.

Daarnaast zijn er door reorganisaties ook vele achterstanden bij de verzekeraars en laat de behandeling van de dossiers op zich wachten.

GBL: Gedragscode Behandeling Letselschade of Grote Boze Leugen?

Reeds in 2012 is een herziene GBL in het leven geroepen. Hierin staan de gedragsregels opgesomd bij de behandeling voor letselschade. De gedragscode is bindend voor verzekeraars. De GBL gaat uit van het zogenaamde harmoniemodel want; “strijd tussen partijen is belastend voor mensen met letselschade”, aldus de Letselschaderaad die de gedragscode beheert en handhaaft:

“de GBL stelt consequent het belang van het slachtoffer voorop”

Zoals ook uit de voorbeelden in de uitzending van EenVandaag blijkt, werkt het GBL niet. De gedragsregels worden niet gevolgd. Termijnen worden overschreden en het belang van het slachtoffer lijkt niet voorop te staan, de klantvriendelijkheid is vaak ver te zoeken.

Veel verzekeraars houden zich niet aan de gedragscode en sancties zijn er niet. De GBL lijkt een lege huls te zijn. Dus toch de “Grote Boze Leugen”, zoals belangenbehartigers van slachtoffers het nog al eens noemen?

Wat nu?

Gelet op de aantoonbare verharding van de verzekeraars is hier een rol voor de politiek weggelegd. De gedragscode zal in de wet moeten worden verankerd, met sancties voor verzekeraars die zich er niet aan houden. Wellicht dat er dan verbetering zal optreden.

Dit artikel is gepubliceerd in “De Uitstraling” Mei 2017

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Val werknemer in de put bij [dagelijks] opnemen van de waterstand. Werkgever aansprakelijk.

Edith de Koning

Werknemer heeft als taak het dagelijks opnemen van de stand van de watermeter voor de fabriek. De watermeter bevindt zich buiten en naast het bedrijfspand in een betonnen put van 62 cm diepte. De put heeft aan de buitenzijde een opstaande rand van circa 15 cm en is afgedekt met een metalen deksel van ongeveer 100 bij 150 centimeter. Om in de put te kunnen stappen moet het deksel worden opgetild en overeind gezet. Er zijn geen treden of andere voorzieningen, die gericht zijn op in- en/of uitstappen.

Bij het uit de put stappen verstapt de werknemer zich en komt ten val. Het resultaat hiervan is een breuk van het middenvoetsbeentje, kneuzing duim en knie. Later ontstaan er complicaties. De werknemer stelt werkgever aansprakelijk nu de zorgplicht is geschonden. De kantonrechter stelt de werknemer in het gelijk. Werkgever gaat in hoger beroep en stelt dat zij niet gehouden was nadere voorzieningen te treffen nu van een gevaarlijke situatie geen sprake was. Er zou sprake zijn van een “huis-tuin- en keukenongeval”.

Het hof is van oordeel dat er wel een gevaarlijke situatie is gecreëerd.

  • werkgever heeft geen instructies gegeven;
  • er waren geen nadere voorzieningen, zoals een trede in de put;
  • de rand van de put was afgebrokkeld door het laten vallen van het deksel, hierdoor lagen er geregeld steentjes op de rand, vanwege de diepte van de put zijn deze niet te zien bij het uitstappen.

Volgens het Hof is er geen sprake van een “huis- tuin- en keukenongeval” nu het dagelijks in- en afdalen in ene 62cm diepe put zonder afstapje of trappetje hier niet onder geschaard kan worden.

Er was sprake van een potentieel gevaarlijke situatie en de werkgever had niet voldaan aan haar zorgplicht; de werkgever aansprakelijk voor alle geleden en nog te lijden schade van de werknemer.

Lees hier de volledige uitspraak.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Het UMC kent een smartengeldvergoeding toe van €350.000,=

Door een gynaecoloog in het UMC Utrecht wordt, in verband met klachten, weefsel uit de baarmoederhals afgenomen in 2011. Patiënte was hiervan niet op de hoogte. Het weefsel blijkt kwaadaardige cellen te bevatten. Ook hier wist patiënte niets van.

Pas na twee jaar werd de uitslag bij toeval ontdekt. Er zijn inmiddels uitzaaiingen en de patiënte is ongeneeslijk ziek. Na onderhandelingen kent het UMC een smartengeldvergoeding toe van  € 350.000,=. Er is niet eerder een dergelijk hoog bedrag aan smartengeld in Nederland uitgekeerd. Het lijkt erop dat de smartengeldvergoedingen eindelijk omhoog gaan. Hopelijk volgt de rechter ook deze trend.

Het onlangs door de rechter toegekende hoogste bedrag was € 200.000,=.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte