Wist u dat u als co-ouder voor inkomensafhankelijke combinatiekorting in aanmerking kunt komen?
Na een scheiding gaan de ex-partners er vaak financieel op achteruit. Het recht op eventuele kortingen kan dan een belangrijke aanvulling zijn op het inkomen van de ex-partners.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is bedoeld voor ouders die arbeid en zorg voor de kinderen combineren. Ouders die na een echtscheiding de zorg voor één of meer kinderen jonger dan 12 jaar verdelen, hebben eerder recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting, de IACK.
De IACK bedraagt in 2020 in beginsel 11,45% van uw inkomen met een maximum van € 2.881,–.
Wanneer hebt u recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting?
- Het kind moet ingeschreven staan op het woonadres van de aanvrager;
- Het kind moet jonger zijn dan 12 jaar;
- Het kind staat tenminste zes maanden van een kalenderjaar ingeschreven op het woonadres van de aanvrager;
- Het arbeidsinkomen is hoger dan een bepaald vastgesteld bedrag of de aanvrager komt in aanmerking voor zelfstandigenaftrek;
- De aanvrager is alleenstaand en de aanvrager werkt, of;
- De aanvrager heeft een fiscale partner, beiden werken en de aanvrager heeft het laagste inkomen.
Een kind kan maar op één adres ingeschreven staan. Als ouders gescheiden zijn zou dat betekenen dat alleen de ouder waar het kind ingeschreven staat de korting kan aanvragen en krijgen. Ook als de zorg gelijkelijk tussen de beide ex-partners wordt verdeeld.
Ingeval van co-ouderschap kan de ouder waar het kind niet ingeschreven staat wellicht toch in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Vaak krijgen wij vragen over deze IACK bij co-ouderschap.
Wanneer ben je co-ouder?
Allereerst dient de vraag beantwoord te worden wanneer je co-ouder bent.
Een co-ouder ben je volgens de Belastingdienst als:
- Het kind of de kinderen staat/staan ingeschreven op het woonadres van de andere ouder;
En
- Het kind of de kinderen woont/wonen doorgaans tenminste drie hele dagen per week in elk van de huishoudens;
Of
- Het kind of de kinderen woont/wonen de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder.
Wat wordt bedoeld met de “drie dagen eis”?
In de praktijk is de situatie vaak zo dat de ouders wel de zorg gelijkelijk verdelen, maar niet volgens het schema 3 tot 3,5 dagen per week.
Een vraag die dan aan de orde kan komen is of de telling, om te komen tot een verdeling van 3 tot 3,5 dagen per week in een tweewekelijks schema op maandag moet beginnen
De Belastingdienst heeft onlangs aangegeven dat de dagen van de week bij de telling niet op een maandag hoeven te beginnen.
Dit betekent dat het tweewekelijks schema op elke dag van de week kan beginnen en hierdoor voldoet het schema sneller aan de eisen van de Belastingdienst.
Er moet dus in het tweewekelijks schema sprake zijn van aanwezigheid en zorg voor het kind/kinderen gedurende drie hele dagen.
Wat vindt de Hoge Raad ervan?
In de zaak waar de Hoge Raad diende te beslissen (uitspraak op 13 maart 2020, ECLI:NL:2020:415) was er sprake van een twee wekelijkse regeling. Hierbij was het kind vanaf de maandag eerst twee dagen bij de vader, dan twee dagen bij de moeder, vervolgens weer 4 dagen bij de vader en dan 6 dagen bij de moeder. De Belastingdienst vond dat de vader geen recht had op de inkomensafhankelijke combinatiekorting hoewel de zorg in de twee weken gelijk verdeeld was.
De Hoge Raad heeft dit probleem opgelost door te oordelen dat de inkomensafhankelijke combinatiekorting ook kan worden genoten door beide ouders als zij de zorg voor het kind gelijkelijk verdelen in een ander duurzaam ritme dan het schema 3 tot 3,5 dagen per week.
Betekent één dag dan 24 uren?
Volgens de definitie van de Belastingdienst moet het gaan om 3 hele dagen per week.
Het Hof in Den Haag besliste in haar uitspraak van 13 maart 2020 dat de woorden “hele dagen” moet worden opgevat zoals in het spraakgebruik gebruikelijk.
Onder gehele dag wordt niet per definitie verstaan een periode van 24 uren. Er kan dus ook sprake zijn van drie gehele dagen, aldus het Hof, indien het kind op een of meer dagen van 7.30 uur of 9.00 uur tot 19.30 uur bij de andere ouder verblijft. Verblijft het kind dus op 3 of 3,5 dagen per week gedurende die tijd bij de ouder dan heeft deze ouder recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Er is een regelmatig verblijfsschema en de zorg is gelijkelijk verdeeld.
Conclusie
Indien de zorg gelijkelijk is verdeeld na scheiding in een duurzaam ritme, dan kunnen beide ouders in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting komen.
Let op!
Kijk goed na of aan alle verdere voorwaarden voor het in aanmerking komen van de inkomensafhankelijke combinatiekorting is voldaan.
Kijk dus na of u wellicht toch in aanmerking kunt komen voor deze korting en indien blijkt dat dit het geval is, een verzoek indienen bij de Belastingdienst om met terugwerkende kracht, in ieder geval vanaf 13 maart 2020 alsnog de korting te verkrijgen.
Indien u in aanmerking komt, is dat een mooie aanvulling op uw inkomen!
Uiteraard kunnen wij u helpen en adviseren in deze kwestie.