Aansprakelijkheid ziekenhuis bij plaatsing schouderprothese?

Eiseres heeft het ziekenhuis aangesproken vanwege vermeende medische fouten bij het plaatsen van een schouderprothese.

Schouderletsel

Eiseres is sinds 2008 al bekend met klachten aan haar linkerschouder veroorzaakt door slijtage.  In 2009 is zij hiervoor voor de eerste keer geopereerd. Eiseres is  tussen 2010 en 2015 nog vier keer aan de schouder geopereerd.

Verwijt ziekenhuis

Eiseres verwijt het ziekenhuis o.a. dat bij twee operaties een fout is gemaakt. Bij de derde operatie is de kop van de schouder vervangen door een hemischouderprotese met korte steel.  De schouderkom werd gespaard.  In 2014 vond de vierde operatie plaats. Hierbij is de kop van de schouder vervangen door een hemiprothese met lange steel. Ook is de schouderkom toen vervangen.

Gelet op de aanhoudende klachten laat eiseres een second opinion verrichten. Na deze second opinion werd eiseres op de wachtlijst geplaatst voor een Univers schouderprothese. Naar het oordeel van de ‘second opinion arts’  bestond er een mogelijke relatie  tussen de pijnklachten en slechte functionaliteit en de te hoog geplaatste steel en te grote offset van de kop van de prothese [42 mm]. De reden  voor de vijfde operatie was dan ook omdat de  geplaatste prothese niet diep genoeg zat en het kopje was te groot.

Tijdens de vijfde operatie is de hemischouderprothese vervangen door een Universprothese. Tijdens deze operatie is gekozen voor een 40 mm kop.  Na deze  laatste revisie operatie  was er een significante afname van de pijnklachten en er trad een licht verbeterde functie op.

Eiser verwijt het ziekenhuis dat er op onjuiste wijze een hemischouderprothese is geplaatst, tijdens de derde en vierde operatie. Tevens zou er sprake zijn van een onnodig  delay tussen de derde en vijfde operatie.

Deskundige

De zaak wordt voorgelegd aan een deskundige.

De deskundige stelt dat er achteraf, ten aanzien van de positie van de prothese wel aanmerkingen te plaatsen zijn en er aan de hand van de röntgenfoto’s te stellen valt dat een nog optimalere positie tot een betere functie had geleid, echter dit betekent niet dat de plaatsing  als onzorgvuldig aangemerkt moet worden.

Immers de literatuur onderbouwt ook dat er rondom de meest optimale positie een bepaalde marge is waarbinnen een  schouderprothese geplaatst kan worden zonder dat dit tot een aanwijsbaar functieverlies zal leiden. Een verschil van 2 mm diameter valt volgens de deskundige binnen de marge. Volgens de deskundige is er ook geen sprake van een delay tussen het plaatsen van een hemischouderprothese en een revisieoperatie.

Volgens de deskundige is de functie bij eiseres  vooral bepaald door een reactie van het kapsel. Eiseres heeft een erg stijf kapsel met een langdurige irritatie waarbij ook een frozen shoulder zich als complicatie heeft gemanifesteerd.

De deskundige komt tot de conclusie dat de orthopedisch chirurg niet onzorgvuldig heeft gehandeld.

Kantonrechter en het Hof volgen de uitslag van het deskundigenbericht.

Conclusie

Alhoewel er in eerdere operaties een meer optimale positie bereikt had kunnen worden is er toch geen sprake van een medische fout.

De arts/het ziekenhuis is pas aansprakelijk als de arts niet heeft gehandeld conform de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot onder vergelijkbare omstandigheden mag worden verwacht. De norm wordt in belangrijke mate bepaald door wat binnen de beroepsgroep gebruikelijk is.

In deze uitspraak was er volgens deskundige en uiteindelijk de Rechtbank en Hof geen sprake van onzorgvuldig handelen.

Volledige uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2020:3226

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Wet Affectieschade

Vanaf 1 januari 2019 hebben we eindelijk de Wet Affectieschade. Wat betekent dit voor naasten en nabestaanden van slachtoffers?

Het wetsvoorstel affectieschade maakt het mogelijk dat naasten en nabestaanden van slachtoffers van ongevallen, medische fouten  en misdrijven, onder bepaalde voorwaarden, ook een recht hebben op smartengeld, de zgn. affectieschade. Tot nu toe had het slachtoffer zelf alleen recht op smartengeld.

De vergoeding voor smartengeld kan het verdriet niet wegnemen maar nabestaanden krijgen thans wel erkenning en dit helpt weer voor de verwerking. Er was dan ook een grote behoefte aan deze wet.

Historie

De ANWB, Fonds slachtofferhulp, slachtofferhulp Nederland en de Vereniging van Letselschadeadvocaten [LSA] hebben zich jaren  ingezet voor deze wet. Sinds 2003 loopt er al een parlementaire discussie over affectieschade. In 2010 zijn voorstellen gedaan maar gesneuveld in de Eerste kamer. Met name was men bang voor een claimcultuur.

Pas nu, in 2019, bestaat er een tegemoetkoming voor nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig letsel.

Buitenland

Al jaren is behoefte aan een dergelijke wet. In bijna alle Europese landen is smartengeld voor nabestaanden [zogenaamde affectieschade] mogelijk. Op Europees niveau is er dus duidelijk een voorkeur voor toekenning van smartengeld aan nabestaanden. Alleen Duitsland en Nederland liepen nog achter.

Echter in Duitsland is de wet affectieschade al binnen 5 maanden aangenomen [in 2016]. Mede vanwege de vliegramp met Lufthansa [2015] raakte het in ons buurland in een stroomversnelling. Overigens had Lufthansa de nabestaanden wel een smartengeld toegekend, zonder juridische verplichting.

De verschillen met het buitenland werden helaas ook pijnlijk duidelijk na de vliegramp met de MH17. Buitenlandse nabestaanden hadden vaak wel recht op vergoeding, de Nederlandse nabestaanden niet.

Wie hebben er recht op smartengeld?

Dit zijn  echtgenoten, levenspartners, ouders en kinderen van slachtoffers die zijn overleden dan wel ernstig letsel hebben opgelopen. Ook andere personen kunnen onder omstandigheden een beroep doen op vergoeding als zij in een nauwe affectieve relatie tot de gewonde of overledene staan. Zij moeten dit wel aantonen. Bijvoorbeeld een langdurige en hechte LAT relatie.

Het moet gaan om ongevallen waarvoor een derde aansprakelijk is. Ook misdrijven en medische fouten vallen onder deze wet.

De bedragen

De schadebedragen zijn symbolisch en  moeten gezien worden als een tegemoetkoming. Een compensatie voor het gemis van een naaste of overlijden van een naaste blijft namelijk onbetaalbaar.

De bedragen variëren tussen de € 12.500,= en € 20.000,=.

Affectieschade bij ernstig letsel

Het letsel is uitgangspunt voor de vaststelling van de bedragen, niet het verdriet van de  naaste. Het moet gaan om uitzonderlijk ernstig letsel. Hiervan is sprake  bij een functiestoornis van 70%. Toch kan men ook mogelijk bij een lager percentage in aanmerking komen voor een vergoeding. De rechter heeft enige beoordelingsvrijheid.

Is er thans sprake van een claimcultuur?

Gelet op de voorwaarden, waaronder de hoogte van de bedragen en de beperkte kring van gerechtigden, is er geen sprake van een claimcultuur. De wetgever heeft juist met bovenstaande  beperkingen in de kring van gerechtigden en vastgestelde bedragen beoogd om zoveel mogelijk discussie over de aanspraak te voorkomen.

Conclusie

In ieder geval nu na lange tijd erkenning voor naasten en nabestaanden. Of er nog juridische discussies zullen volgen in de individuele zaken zal nog moeten blijken. Te denken valt wel aan een discussie over de mate van het [ernstige] letsel en het aantonen van een affectieve relatie van anderen dan levenspartner, ouders en  kinderen.

De wet kent overigens geen terugwerkende kracht en geldt dus alleen voor ongevallen, misdrijven en medische fouten die plaatsvinden op of na  1 januari 2019.

Dit artikel is gepubliceerd in “De Uitstraling”, februari 2019.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte