Gevolgen letselschadeuitkering na beëindiging huwelijk.

Je gaat scheiden. Wat gebeurt er met je letselschadeuitkering die je tijdens het huwelijk hebt ontvangen?

Valt de letselschadeuitkering geheel in de boedel? Of valt deze buiten de boedel en onder welke voorwaarden? Rechtbank Den Haag heeft hier recent uitspraak over gedaan.

Verdeling vermogen

Als het tot een echtscheiding komt van gehuwden die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, moet het gezamenlijk [huwelijks]vermogen verdeeld worden tussen de [ex]echtgenoten. Een eventuele letselschadeuitkering die ten tijde van het huwelijk aan een van de echtgenoten is uitgekeerd behoort in beginsel ook tot dat gezamenlijk vermogen.

Verknochtheid

Het vermogensbestanddeel dat echter verknocht is aan één van de [ex]echtgenoten hoeft niet verdeeld te worden. Een vermogensbestanddeel is verknocht als de vergoeding op bijzondere wijze is verbonden aan een van de [ex]echtgenoten.

Materiële en immateriële schadeuitkering

Een smartengelduitkering [zgn. immateriële schade] is in ieder geval verknocht nu dat enkel het leed van de echtgenoot die het ongeval heeft meegemaakt vergoedt. De materiële schadevergoeding  is slechts verknocht voor zover deze schade na ontbinding van het huwelijk geleden wordt.

aanbestedingsrecht
Letselschadeuitkering traceerbaar en identificeerbaar

Uit uitspraken van rechters blijkt dat degene die zich beroept op verknochtheid van de letselschadeuitkering aan moet tonen;

  1. dat de letselschadeuitkering nog binnen de boedel aanwezig is; het mag niet met ander geld van de gemeenschap vermengd zijn.
  2. om welke schadecomponenten het gaat.

Verknochtheid gaat alleen op zolang de uitkering identificeerbaar en traceerbaar is.

Hierover gaat een recente uitspraak van Rechtbank Den Haag;

De vrouw had ten tijde van het huwelijk een letselschadeuitkering gekregen. De man heeft aangetoond dat dit om een bedrag van € 80.000,00  gaat. De man stelt dat dit bedrag geheel in de gemeenschap is opgegaan nu de vergoeding niet is geadministreerd door de vrouw en dus niet traceerbaar is.

Door het ontbreken van de administratie, die ziet op de letselschadevergoeding, is niet meer te herleiden in welke bedragen de door de vrouw ontvangen schadevergoeding uiteenviel.

Rechtbank Den Haag beslist op basis van redelijkheid

Nu de vrouw  blijvend letsel heeft opgelopen, door welk letsel zij naar verwachting blijvend volledig arbeidsongeschikt is, acht de rechtbank het waarschijnlijk dat de schadevergoeding deels ziet op niet-verknochte schade, zoals gemaakte kosten en verlies van arbeidsvermogen tijdens het huwelijk en deels op wel verknochte schade zoals immateriële schade en verlies arbeidsvermogen in het tijdvak na de ontbinding van het huwelijk.

De rechtbank bepaalt het vergoedingsrecht ten aanzien van het verknochte deel van de letselschadevergoeding in redelijkheid op € 45.000,00.

Zie volledige uitspraak ECLI:NL:RBDHA:2020:3194

Conclusie

De beoordeling of een letselschadeuitkering  bij echtscheiding binnen of buiten de boedel moet blijven blijft lastig. Een van de voorwaarden is dat de letselschadeuitkering traceerbaar en identificeerbaar moet zijn.

Echter indien de letselschadeuitkering niet meer identificeerbaar is kan de rechter, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, op basis van redelijkheid toch tot een verknocht deel komen.

Om niet voor  verrassingen te komen te staan is het verstandig om uw letselschadeuitkering op een aparte rekening te storten. Bij een eventuele scheiding kunt u dan beroep doen op de verknochtheid van de letselschadevergoeding. Ook is het belangrijk om bij de afwikkeling van de letselschade een gespecificeerde schadestaat op te stellen, zodat u ook aan kunt tonen uit welke schadecomponenten de uitkering bestaat.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Aansprakelijkheid ziekenhuis bij plaatsing schouderprothese?

Eiseres heeft het ziekenhuis aangesproken vanwege vermeende medische fouten bij het plaatsen van een schouderprothese.

Schouderletsel

Eiseres is sinds 2008 al bekend met klachten aan haar linkerschouder veroorzaakt door slijtage.  In 2009 is zij hiervoor voor de eerste keer geopereerd. Eiseres is  tussen 2010 en 2015 nog vier keer aan de schouder geopereerd.

Verwijt ziekenhuis

Eiseres verwijt het ziekenhuis o.a. dat bij twee operaties een fout is gemaakt. Bij de derde operatie is de kop van de schouder vervangen door een hemischouderprotese met korte steel.  De schouderkom werd gespaard.  In 2014 vond de vierde operatie plaats. Hierbij is de kop van de schouder vervangen door een hemiprothese met lange steel. Ook is de schouderkom toen vervangen.

Gelet op de aanhoudende klachten laat eiseres een second opinion verrichten. Na deze second opinion werd eiseres op de wachtlijst geplaatst voor een Univers schouderprothese. Naar het oordeel van de ‘second opinion arts’  bestond er een mogelijke relatie  tussen de pijnklachten en slechte functionaliteit en de te hoog geplaatste steel en te grote offset van de kop van de prothese [42 mm]. De reden  voor de vijfde operatie was dan ook omdat de  geplaatste prothese niet diep genoeg zat en het kopje was te groot.

Tijdens de vijfde operatie is de hemischouderprothese vervangen door een Universprothese. Tijdens deze operatie is gekozen voor een 40 mm kop.  Na deze  laatste revisie operatie  was er een significante afname van de pijnklachten en er trad een licht verbeterde functie op.

Eiser verwijt het ziekenhuis dat er op onjuiste wijze een hemischouderprothese is geplaatst, tijdens de derde en vierde operatie. Tevens zou er sprake zijn van een onnodig  delay tussen de derde en vijfde operatie.

Deskundige

De zaak wordt voorgelegd aan een deskundige.

De deskundige stelt dat er achteraf, ten aanzien van de positie van de prothese wel aanmerkingen te plaatsen zijn en er aan de hand van de röntgenfoto’s te stellen valt dat een nog optimalere positie tot een betere functie had geleid, echter dit betekent niet dat de plaatsing  als onzorgvuldig aangemerkt moet worden.

Immers de literatuur onderbouwt ook dat er rondom de meest optimale positie een bepaalde marge is waarbinnen een  schouderprothese geplaatst kan worden zonder dat dit tot een aanwijsbaar functieverlies zal leiden. Een verschil van 2 mm diameter valt volgens de deskundige binnen de marge. Volgens de deskundige is er ook geen sprake van een delay tussen het plaatsen van een hemischouderprothese en een revisieoperatie.

Volgens de deskundige is de functie bij eiseres  vooral bepaald door een reactie van het kapsel. Eiseres heeft een erg stijf kapsel met een langdurige irritatie waarbij ook een frozen shoulder zich als complicatie heeft gemanifesteerd.

De deskundige komt tot de conclusie dat de orthopedisch chirurg niet onzorgvuldig heeft gehandeld.

Kantonrechter en het Hof volgen de uitslag van het deskundigenbericht.

Conclusie

Alhoewel er in eerdere operaties een meer optimale positie bereikt had kunnen worden is er toch geen sprake van een medische fout.

De arts/het ziekenhuis is pas aansprakelijk als de arts niet heeft gehandeld conform de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot onder vergelijkbare omstandigheden mag worden verwacht. De norm wordt in belangrijke mate bepaald door wat binnen de beroepsgroep gebruikelijk is.

In deze uitspraak was er volgens deskundige en uiteindelijk de Rechtbank en Hof geen sprake van onzorgvuldig handelen.

Volledige uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2020:3226

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Glaasje op? Laat je rijden. En stap niet in bij een chauffeur die ook gedronken heeft.

sleutel

De december en januari maand was wederom de tijd van gezellige recepties, borrels en etentjes met……wijn.

Niets mis mee maar helaas is toch weer gebleken dat er in die periode eerder achter het stuur wordt gekropen met alcohol op. Het aantal verkeersongevallen waarbij alcohol in het spel is stijgt in deze maanden. Met vaak letsel ook bij inzittenden. Is de letselschade verhaalbaar? Wat kunnen de gevolgen zijn voor bestuurder en inzittende?

Letselschade inzittende

De passagier spreekt de bestuurder aan voor zijn letselschade. Had de passagier wel mee moeten rijden terwijl hij wist dat de bestuurder onder invloed was? Heeft hij dan nog wel recht op vergoeding van zijn letselschade?

Het is onjuist dat wie bewust meerijdt met een beschonken bestuurder geheel geen recht op schadevergoeding zou hebben. Maar door mee te rijden met een dronken chauffeur draagt de gewonde passagier, in de meeste gevallen, wel een percentage eigen schuld voor de gevolgen van het ongeval. De verzekeraar van de bestuurder zal dus meestal niet de volledige letselschade vergoeden van de passagier. Een deel van de schade blijft voor rekening van de gewonde passagier.

Uit de rechtspraak blijkt dat, afhankelijk van de omstandigheden, een eigen schuld percentage aangerekend kan worden tussen 15 en 50%. In geval van ernstig letsel zal dan een hoog bedrag aan schade voor rekening van de gewonde inzittende blijven.

Gevolgen voor de bestuurder onder invloed van alcohol

Bewijslast omkering

Een bestuurder onder invloed van alcohol is niet automatisch aansprakelijk voor het ontstaan van een ongeval maar krijgt wel de bewijslast.

Stel je verleent geen voorrang aan een automobilist die onder invloed van alcohol verkeert. Als vast staat dat die automobilist teveel alcohol heeft gedronken krijgt de automobilist die gedronken heeft de bewijslast. Hij zal moeten bewijzen dat het ongeval ook was ontstaan als hij geen alcohol op had. Dit is vaak moeilijk te bewijzen. Tot het moment dat dat bewezen is, zal de rechter er in principe vanuit gaan dat de aanrijding is veroorzaakt door het alcoholgebruik. De bestuurder die onder invloed reed is dus vaak aansprakelijk voor de schade, ook al verleende de andere partij geen voorrang.

Geen dekking op Schadeverzekering Inzittenden [SVI] voor de bestuurder

Mogelijk is er op de autoverzekering een SVI dekking. Dit betekent dat ook de letselschade van een bestuurder is gedekt ook al is hijzelf aansprakelijk voor het ontstaan van het ongeval.

Als de bestuurder die gedronken heeft ook letsel heeft is zijn letselschade echter niet gedekt. Alcoholgebruik tijdens het rijden is een uitsluiting op de verzekering.

WAM verzekeraar vordert betalingen aan slachtoffers terug bij de bestuurder

Wettelijk moet de autoverzekeraar de slachtoffers [inzittenden of andere verkeersdeelnemers] schadeloos stellen ook als er sprake is van alcoholgebruik van hun verzekerde [de bestuurder].

Als alcoholgebruik vast staat zal de verzekeraar de betalingen terugvorderen bij de bestuurder/verzekeringnemer. Bij ernstig blijvend letsel bij de inzittende en/of andere verkeersdeelnemers, zijn dit gigantische bedragen en kan dit degene die onder invloed een ongeval heeft veroorzaakt dus financieel ruïneren.

Strafrecht

De bestuurder die onder invloed heeft gereden zal vervolgd worden en heeft dus voortaan een strafblad. Rechtbank Limburg heeft onlangs een bestuurder veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en 5 jaar rijontzegging. Onder invloed van alcohol heeft hij een dodelijk ongeval veroorzaakt.

Los van de bovenstaande consequenties zal degene die onder invloed van alcohol een ongeval veroorzaakt waardoor er slachtoffers zijn met ernstig letsel [of slachtoffers die zijn overleden] verder moeten leven met deze last.

Laat je daarom voortaan rijden en breng anderen [en jezelf] niet in gevaar, feestdagen of niet.

Dit artikel is gepubliceerd in De Uitstraling, januari 2020.

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte

Meerijden met bestuurder zonder rijbewijs

Je stapt als passagier in bij een bestuurder waarvan je weet dat hij geen rijbewijs heeft. De bestuurder veroorzaakt een ongeval en je loopt als passagier letsel op. Krijg je je volledige letselschade vergoed?

Casus

Een vrouw stapt bij haar vriendin in de auto waarvan zij wist dat deze vriendin geen rijbewijs had. De vriendin veroorzaakt een ongeval. De passagiere liep ernstig letsel op o.a. breuk in de kaak en rib, hersenschudding, longkneuzing en een beschadiging van de halsslagader.

Zij heeft de verzekeraar van de auto aansprakelijk gesteld en vordert 100% van haar schade. De verzekeraar stelt zich op het standpunt  dat er sprake is van eigen schuld. De vrouw had nl. bewust het risico genomen om mee te rijden met iemand zonder rijbewijs.

Recht op schadevergoeding letsel van de passagier

Een passagier heeft altijd recht op schadevergoeding wanneer hij/zij letsel oploopt door een auto ongeluk. De WA verzekering van de auto waarin hij/zij inzat dekt de letselschade.  Mogelijk is het ongeval veroorzaakt door iemand anders dan is deze aansprakelijk voor uw letselschade.

Als er discussie is over de aansprakelijkheid tussen de bestuurder waarde passagier inzat en een ander motorrijtuig dan kan de passagier een beroep doen op de schuldloze derde regeling. De verzekeraar van de bestuurder zal dan de schade van de passagier toch regelen en eventueel verhalen op de uiteindelijk aan te wijzen aansprakelijke.

Uitzonderingen op deze regeling

  • De passagier is bewust meegereden met een dronken bestuurder
  • De passagier heeft geen gordel gedragen en is dan deels schuldig aan de ernst van de verwondingen
  • De passagier stapt in bij een bestuurder die geen rijbewijs heeft.

Veelal vindt er dan een korting van 50% plaats op de letselschadevergoeding.

Terug naar de casus

Op basis van het bovenstaande zou de vrouw [als passagier] niet haar volledige letselschade vergoed krijgen. De rechter heeft in deze kwestie echter anders beslist.

De rechter is van mening dat het de passagier te verwijten valt dat zij haar vriendin toch liet rijden. Aangenomen mag worden dat het ontbreken van het rijbewijs tot op zekere hoogte heeft bijgedragen aan het ongeval. In welke mate de onervarenheid heeft bijgedragen aan het ongeval staat echter niet vast.

Volgens de rechter is niet aangetoond dat er roekeloos of zelfs onvoorzichtig is gereden. Bovendien vinden op de betreffende dijk in Culemborg vaker eenzijdige ongevallen plaats. Volgens de rechter kan de bijdrage van de bijrijder in de mate van schuld op niet meer dan 10% worden gesteld.

Conclusie

Uit de uitspraak blijkt dat het feit dat je meerijdt met een bestuurder zonder rijbewijs niet automatisch betekent dat je niet je volledige schade vergoed krijgt. Er moet ook worden gekeken naar de causaliteit. In dit geval;

Heeft de onervarenheid van de bestuurster daadwerkelijk aan het ongeval bijgedragen?

Dit kan niet bevestigd worden. Waarna de rechter komt tot een eigen schuld van 10%  voor de passagier en dus schadevergoedingsplicht voor de verzekeraar van 90%. Vanwege de ernst van het letsel is dit opgehoogd tot 100%. De passagier krijgt dus haar volledige schade vergoed.

Dit artikel is gepubliceerd in De Uitstraling Oisterwijk, september 2019

Edith de Koning
Edith de Koning-Witte