Wat verandert er op het gebied van familierecht per 1 januari 2023:

WIJ.legal fact familierecht 1

Koppeling erkennen en gezag is geregeld:

Bent u (de ouders van het kind) niet getrouwd of heeft u geen geregistreerd partnerschap? Dan krijgt u bij het erkennen van uw kind op of na 1 januari meestal automatisch gezamenlijk gezag. U hoeft het gezag niet langer aan te vragen bij de rechtbank.

Wettelijke indexering:

Met ingang van 1 januari 2023 worden de alimentaties met 3,4 % verhoogd. Dit is de geldende wettelijke indexering. Hiervan kan alleen afgeweken worden als je dit hebt afgesproken in het echtscheidingsconvenant of de rechter heeft bepaald dat de wettelijke indexering wordt uitgesloten.

WIJ.legal fact familierecht

Wijziging partneralimentatie:

  • Woonbudget:

Per 1 januari 2023 gaat de berekening van de partneralimentatie veranderen. Er wordt niet langer rekening gehouden met de daadwerkelijke woonlasten bij de berekening van partneralimentatie, maar met een woonbudget. Dit is 30 % van het netto besteedbaar inkomen, waaruit alle woonkosten zoals huur/hypotheek/(hogere) energielasten/onderhoudskosten geacht worden te kunnen worden betaald. Bij de berekening van kinderalimentatie rekenden we zo al. Nu dus ook bij de partneralimentatie.

Bij wijze van uitzondering kan gerekend worden met de daadwerkelijke woonlasten als deze woonlasten niet vermijdbaar en verwijtbaar zijn. Er kan ook reden zijn om rekening te houden met lagere woonlasten, maar 30 % van het netto besteedbaar inkomen wordt de norm.

  • De Jusvergelijking:

De jusvergelijking is bedacht om te voorkomen dat de alimentatiebetaler het financieel minder goed heeft dan de alimentatieontvanger. Dat kan namelijk nooit de bedoeling zijn. Tot en met 31 december 2022 gold als jusvergelijking: wat blijft er over aan vrije bestedingsruimte nadat aan de eerste levensbehoeften is voldaan?

Ook die manier van berekenen verandert per 1 januari 2023. We bekijken dan wat beide partijen feitelijk te besteden hebben. Dat moet gelijk zijn nadat de alimentatie is betaald. Bijzondere kosten die niet verwijtbaar en niet vermijdbaar zijn, worden in die vergelijking meegenomen. Dit geldt ook voor de kosten van de kinderen, voor zover die niet uit een kindgebonden budget worden vergoed.

Fiscale aftrek partneralimentatie:

Vanaf 1 januari 2023 zijn partneralimentatie en de hypotheekrente alleen nog aftrekbaar in de laagste belastingtariefschijf. Hierdoor verandert de fiscale aftrek van de partneralimentatie naar 36,93 %.

Zo u bent weer bij!

Fijne feestdagen en een mooie start van 2023 !

Wettelijke indexering alimentatie voor 2023 bekend!

De minister heeft de wettelijke indexering voor de alimentatie per 1 januari 2023 vastgesteld op 3,4%.

Deze alimentatie indexering is gebaseerd op de bruto bedragen. De berekening van de indexering geschiedt als volgt: neem het alimentatiebedrag van de partner- en/of kinderalimentatie van dit jaar en vermenigvuldig dit bedrag met het indexeringspercentage derhalve per 1 januari 2023 met 3,4%.

Bent u alimentatiebetaler dan dient u de indexering steeds toe te passen. U krijgt daarvan geen bericht. Indien u de indexering niet betaalt, kan uw ex-partner deze zelfs tot vijf jaar terug vorderen.

Vaak wordt gevraagd of de indexering verplicht is.

Ten aanzien van de kinderalimentatie is deze verplicht. Het is een dwingende maatregel. In onderling overleg kan dus van indexering over de kinderalimentatie niet worden afgezien of worden afgeweken.

Ten aanzien van de partneralimentatie kan wel worden afgezien van indexering of er kan een afwijkend percentage worden afgesproken. Die afspraken dienen te worden vastgelegd in een echtscheidingsconvenant.

Hebt u nog vragen over indexatie of andere vragen over alimentatie, neemt u dan gerust contact met ons op.

Liedeke Floris

 

Nieuwe wijze van berekening partneralimentatie per 1 januari 2023:

fact 1 jan insta

Per 1 januari zal er, net als bij de berekening van de kinderalimentatie, gerekend gaan worden met een forfaitair bedrag aan woonlasten bij de berekening van de draagkracht van de partneralimentatie.

Tot 1 januari 2023 wordt rekening gehouden met de werkelijke woonlasten. Daarmee kan de partneralimentatie beïnvloed worden. Immers een zeer hoge woonlast vermindert de partneralimentatie. In dat geval kan er een verweer gevoerd worden dat die hoge woonlast niet redelijk is, omdat de woonlast meer dan 30 % van het netto loon bedraagt. De rechter moet daar dan een uitspraak over doen.

Per 1 januari 2023 zal gerekend gaan worden met een “woonbudget”.

Dit woonbudget zal 30 % van het netto besteedbaar inkomen zijn. Hieronder vallen de kale huurlasten, hypotheeklasten rente, bijtelling eigenwoningforfait, premie/aflossing en een forfait van € 95,= aan eigenaarslasten. Of de hogere energielasten daar ook onder zullen vallen valt nog te bezien. Vermoedelijk wel. Het is nog even afwachten op het Rapport alimentatienormen 2023, zodat ook op dit punt duidelijkheid komt.

Bij de partneralimentatieberekeningen verwacht men ook dat deze wijziging eenvoud brengt en een voorspelbare uitkomst van de berekening. Mochten er redenen zijn om af te wijken van het woonbudget dan moet er sprake zijn van een duurzame en substantiële afwijking van de werkelijke woonlasten (lager of juist hoger). Dat moet dan wel worden bewezen.

De praktijk zal gaan uitwijzen of hier regelmatig gebruik van zal worden gemaakt, omdat het uitgangspunt “het woonbudget” zal zijn.

Lees hier het Rapport Alimentatienormen 2022.

Ouders zijn te houden aan afspraken omtrent kinderrekening!

Stel: de ene ouder houdt zich niet aan de afspraken met betrekking tot de kinderrekening? Kan je dan iets doen ?

Meestal wordt er een kinderalimentatie afgesproken die in een ouderschapsplan en in een beschikking bij de rechtbank wordt vastgelegd. Dan kan de deurwaarder gemakkelijk tot betekening en executie van de beschikking overgaan. Zo kan de kinderalimentatie dan relatief eenvoudig worden binnengehaald. Dit kan ook door het LBIO.

Steeds vaker komt het voor dat mensen afspreken dat er een kinderrekening wordt geopend. Bepaald wordt dan wie welke bedragen op een kinderrekening zal storten waarvan dan de verblijfsoverstijgende kosten van de kinderen worden voldaan. Als dit is opgenomen in een ouderschapsplan welke integraal is opgenomen in een beschikking van de rechtbank, leek dit niet door de deurwaarder geïnd te kunnen worden. Dit leverde in de praktijk problemen op.

Dat is nu anders!

In een niet gepubliceerde uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft de rechter bepaald dat een deurwaarder wel de executie ten laste van de niet betalende partij mag voortzetten als er geen bedragen op de kinderrekening worden betaald en deze integraal is opgenomen in een ouderschapsplan en beschikking.

Met andere woorden: Ook als een van beiden het bedrag dat is afgesproken te betalen op de kindrekening niet voldoet, kan tot executie worden overgegaan (mits het bedrag uiteraard in een ouderschapsplan en integraal in de beschikking is opgenomen).

Een grote vooruitgang voor de praktijk!